Verborgen natuur in Noord Groningen
Het Middelstummerbos.
NOORD-GRONINGEN - Het Hogeland staat bekend als vlak en weids. In dat uitgestrekte landschap zijn echter talloze, vaak kleine natuurgebieden te vinden die een toevluchtsoord vormen voor veel planten en dieren. In de serie Verborgen natuur in Noord-Groningen gaan we dieper in op deze oases. Wat is de ontstaansgeschiedenis, hoe wordt het beheerd en welke planten en dieren zijn er te vinden? Deze week aflevering 3: Het Middelstummerbos.
De borg Ewsum in Middelstum is nagenoeg bij iedere Noord-Groninger bekend.De
oude geschutstoren oftewel donjon, die nog op het binnenterrein van de oude
borgstee is te vinden, spreekt bij veel mensen tot de verbeelding. De eigenlijke
borg ging al in 1862 tegen de vlakte. Het schathuis staat nog wel overeind.In
1932 bouwde S.L.Vinhuizen, toenmalig eigenaar van het borgterrein, een schuurin
de stijl van de Amsterdamse School achter het schathuis. Het borgterrein wordt
omzoomd door een laan van knotlinden en op het middenterrein zijn nog meer
oudere bomen te vinden. Veel Middelstummers gebruiken het landgoed om even een
ommetje te maken. Veel minder bekend is het bosgebied dat ten zuidwesten van
het borgterrein ligt. In 1984 zijn in het 31 hectare grote gebied de eerste
bomen aangeplant. Het bestand bestaat voornamelijk uit eiken, essen en elzen.
Ook is er in het gebied een wilgengriend aangelegd. De wilgentenen worden
geregeld geoogst en gebruikt om onder, meer eendenkorven te vlechten.In 1994 is
er nog een gedeelte met bomen ingeplant. Ook nu werden voornamelijk elzen, essen
en eiken gebruikt. Door het gebied loopt een lange laan die aan weerskanten is
voorzien van lindebomen.
Onderhoud
Bij terreinbeheerder Staatsbosbeheer staat het gebied in de boeken als
multifunctioneel bos. Deze bossen zijn over het algemeen vooral voor recreatieve
doeleinden aangelegd. „Maar ook natuur en houtproductie spelen een rol", zegt
opzichter Henk Maring. Het onderhoud van het bos wordt voornamelijk uitgevoerd
door medewerkers van Groenprojecten Ewsum. „Tot 15 maart wordt er door hen in
het oude bosgedeelte gedund. Wij geven door de bomen te blessen aan welke eruit
kunnen. Daarnaast hebben we per hectare zo'n zeventig zogenaamde toekomstbomen
geselecteerd. Dat aantal is gebaseerd op een beeld zoals dat er over honderd
jaar uit moet zien. Die bomen zijn belangrijk voor de houtproductie, maar dragen
ook in belangrijke mate bij aan de belevingswaarde van een bos. We hebben
daarvoor essen, elzen en zomereiken geselecteerd. In de randen van het bos
krijgen struiken als hondsroos, meidoorn, hazelaar en vlier de voorkeur boven de
bomen. Deze struiken zijn van groot belang voor diverse broedvogels", aldus
Maring.Verder heeft Staatsbosbeheer een zogenaamde zichtas in het bos gemaakt
waardoor de bewoners van het Hippolytushoes in Middelstum een mooi uitzicht
hebben.Staatsbosbeheer probeert de dorpsbewoners sowieso zoveel mogelijk te
betrekken bij hun bos.„Basisschool De Wilster heeft bijvoorbeeld een stukje bos
geadopteerd", vertelt Maring. „Dat is natuurlijk hartstikke leuk." Ook steken de
dorpsbewoners geregeld de handen uit de mouwen en helpen mee aan het beheer van
het bos. Staatsbosbeheer organiseert dit soort dagen in samenwerking met
Landschapsbeheer Groningen.
Water
Wat het Middelstummerbos extra aantrekkelijk maakt voor de flora en fauna is
water. Albert Erik de Winter uit Middelstum inventariseert voor Staatsbosbeheer
de dorpsbossen op het Hogeland. Uit zijn onderzoeken blijkt dat het
Middelstummerbos veel rijker aan flora en fauna is dan bijvoorbeeld het
Bedumerbos.
De Winter is in het dagelijks leven veldmedewerker bij een ingenieursbureau. In
zijn vrije tijd is hij vaak te vinden in de terreinen van beheereenheid 't
Hogeland van Staatsbosbeheer. Zijn doel is om de planten en dieren van de
dorpsbossen van Kantens, Bedum en Middelstum in kaart te brengen. In 2002
heeft hij de vogels en dagvlinders van het Middelstummerbos geïnventariseerd en
inmiddels heeft hij ook de vegetatie beschreven. Op zijn wensenlijstje staan nu
alleen nog de libellen. Het inventariseren van broedvogels is overigens een
klusje waarvoor je vroeg uit de veren moet. De periode rond zonsopkomst is de
beste. Dan zingen de vogels volop en kun je goed lokaliseren waar de vogels zich
ophouden. Door een een aantal bezoeken in een gebied af te leggen, wordt vanzelf
duidelijk of een bepaalde waarneming een toevalstreffer was of niet. Is een
vogel meerdere malen waargenomen binnen van te voren vastgestelde datumgrenzen,
dan mag hij als broedvogel worden genoteerd. Zo is een kramsvogel in april
waarschijnlijk nog een doortrekker, terwijl je een ekster in april al als
broedvogel mag noteren. Voor Albert Erik de Winter was het dan ook een kleine
teleurstelling dat hij een blauwborst maar één keer heeft waargenomen. „Dat
vogeltje heeft wel indruk op me gemaakt. Net als de waarneming van een waterral.
Ik liep tussen de vijvers door, toen hij opvloog. Ik had nog nooit eerder een
waterral in het echt gezien, maar zag wel meteen dat het er een was. Zo'n lange
snavel en die hangende poten, dat kon niet missen. Ik ben er nog speciaal een
keer 's nachts met een cassetterecorder op uit getrokken. Door geluiden van
waterallen af te spelen, hoop je dat de in het gebied aanwezige soortgenoten
erop reageren. Maar dat was helaas niet zo. Het bleef bij die ene waarneming.
„Soms kun je ook heel raar tegen iets aankijken. Tijdens een van mijn rondes zag
ik een paar eenden zwemmen. Ik dacht eerst; dat het soepeenden (jargon onder
vogelaars voor verbasterde boerderijeenden - ap) waren, maar toen ik beter keek
bleken het slobeenden te zijn", vertelt De Winter enthousiast.
Flora
Nadat de vogelbevolking in kaart was gebracht, deed de Middelstummer
natuurkenner ook onderzoek naar welke planten er in het gebied voorkomen. Hij
keek vooral naar wat er te vinden was rond de waterpartijen en langs de grote
singel die om het borgterrein loopt. Hij vond zo'n 160 verschillende soorten.
Het moet gezegd dat sommigen daarvan er waarschijnlijk zijn gekomen door
menselijke toedoen. Vroeger werden er bij borgen zogenaamde stinzenplanten
aangeplant. Soorten als vogelmelk, wilde akelei, adderwortel en donkere
ooievaarsbek zijn daar enkele voorbeelden van. De meest bijzondere wilde plant
die De Winter wist te vinden, was de vleeskleurige orchis. Ook qua dagvlinders
mag de bezoeker van het Middelstummerbos niet klagen. In Noord-Groningen
komen we er wat vlinders betreft wat bekaaid vanaf, maar in het
Middelstummerbos kan men toch zomaar een gehakkelde aurelia tegenkomen. Ook meer
algemene vlinders, zoals boomblauwtje, atlanta, citroenvlinder en kleine vos
zijn in het gebied aan te treffen. Van de zoogdieren heeft De Winter niet echt
een duidelijk beeld „Er komt een groep reeën voor( van zo'n vijf tot tien
dieren, houden zich vaak op in het oude bosgedeelte. Ook zaten er muskusratten
in de vijvers. Ze hadden enorme nesten gebouwd. Dat was een prachtig gezicht.
Het lijkt echter op dat ze zijn verdwenen vertelt de Middelstummer. Er is dus
duidelijk veel meer rond het voormalige borgterrein van Ewsums te beleven dan
alleen opsnuiven van historische sferen. Voor de natuurliefhebber biedt het veel
meer dan een gemiddeld dorpsbos.
Bereikbaarheid en informatie
Het Middelstummerbos is te vinden ten zuiden van de voormalige borg Ewsum. Het
beste kan men de auto parkeren op de parkeerplaats aan de Oosterburen. In het
voorjaar en de zomer is er op het gebied van flora en fauna het meest te zien en
te horen. Voor de stinzenflora is het vroege voorjaar (april) de meest geschikte
tijd. Het gebied is ook goed te bereiken met het openbaar vervoer: lijn 61 van
Arriva (Groningen-Uithuizen). Voor een wandeling door het Middelstummerbos heeft
men geen speciaal schoeisel nodig. Een verrekijker voor het bekijken van vogels
is altijd handig. Wie wel eens mee wil doen aan de vrijwilligersdagen of meer
informatie wil over het Middelstummerbos kan contact opnemen met Henk Maring,
telefoon 050-5207247.
In het Middelstummerbos zijn diverse waterpartijen.
Bron Ommelander Courant(11-03-2004)